

‘Weer een echte gemeenschap vormen met elkaar’
De buurt van de toekomst is een zorgzame buurt
Linde Wilmink is ad interim beleidsmedewerker welzijn bij team Wmo en Participatie. We spraken haar over het onderwerp zorgzame buurten, waar zij momenteel de trekker van is vanuit de gemeente. Ze doet het niet alleen; het is een samenwerking met zo’n twintig organisaties.
Wat zijn zorgzame buurten?
‘Dat zijn buurten waar inwoners elkaar kennen, helpen en leuke activiteiten organiseren. Hierdoor kunnen ouderen langer thuis wonen, vanwege de grotere sociale cohesie. En dat is echt nodig, omdat we afstevenen op een zorginfarct. We moeten de zorg betaalbaar en beschikbaar zien te houden voor wie het echt nodig hebben. Samen met woon-, welzijns- en zorgorganisaties hebben we in 2022 de ‘Ambitieovereenkomst Wonen, Welzijn, Zorg’ ondertekend. Daarop volgde een Koersplan waarin de eerste focus wordt gelegd op zorgzame buurten.’
Hoe willen jullie dit voor elkaar krijgen?
‘De kracht en talenten van inwoners staan centraal. De professionele organisaties werken samen en bieden ondersteuning aan inwoners waar nodig. Natuurlijk heb je soms met wetten en regels te maken, maar ook dan kun je meedenken en met inwoners samenwerken om te kijken wat er wél mogelijk is. Dat draagt bij aan de eigen kracht van een wijk.’
Is het de bedoeling dat we voor onze buren gaan zorgen?
‘Waar het om gaat, is dat je je buren kent en elkaar kunt helpen. De een helpt graag met tuinieren en een ander kookt liever voor een ander. Zelfs kleine gebaren zoals naar elkaar zwaaien of even de kliko voor iemand buiten zetten, maken een groot verschil. Het mes snijdt aan twee kanten: mensen voelen zich minder eenzaam én mensen voelen zich nuttig. Dit is belangrijk om gezond(er) ouder te worden en zorgt ervoor dat er minder professionele zorg nodig is. Al blijft die natuurlijk beschikbaar als iemand het echt nodig heeft.’

‘We zijn nu bezig met een pilot in de drie gemeenten’
Hoe ziet een zorgzame buurt eruit in de praktijk?
‘Er is een centrale plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. En er is een team met daarin vertegenwoordigers van woon-, zorg- en welzijnspartijen, een communicatieadviseur en een gemeentelijke contactfunctionaris. Soms zijn inwoners ook onderdeel van het team. Het team staat in contact met de buurtbewoners. We zijn nu bezig met een pilot. We hebben daarvoor wijken uitgekozen waar veel ouderen wonen, waar bepaalde voorzieningen aanwezig zijn en waar relatief veel huurwoningen staan. Het gaat om Olympiakwartier in Hillegom, de Componistenwijk in Lisse en de Bloemenbuurt in Voorhout.’
Hoe gaat het tot nu toe?
‘Het is nieuw, dus we zijn met z’n allen aan het leren. In de wijken zien we inwonersinitiatieven ontstaan en meer verbinding komen. In een van de buurten wordt zelfs al regelmatig een nieuwsbrief gemaakt. Het is mooi om te zien hoe inwoners dit zelf oppakken, soms met hulp van het buurtteam. Ze hebben er plezier in. Tegelijkertijd zien we ook dat de gemeente en de andere organisaties het nog wennen vinden om de controle los te laten en te vertrouwen op de kennis en kunde van inwoners.’
Moet elke buurt een zorgzame buurt worden?
‘Dat is wel de stip op de horizon, maar zo’n grote verandering bereik je in kleine stapjes. De omslag van ‘Hoe nemen we het van de inwoner over?’ naar ‘Hoe kunnen we samenwerken met inwoners?’ voelt onwennig. Aan de andere kant: we zijn zelf ook allemaal inwoner. Als we de inwonersbril in ons werk opzetten, dan kunnen er dingen veranderen. De potentie in de samenleving, die duidelijk werd tijdens de coronaperiode, geeft vertrouwen. De uitdaging is om dat saamhorigheidsgevoel ook onder gewone omstandigheden vast te houden. Hoe mooi is het als we weer een echte gemeenschap vormen met elkaar? Daar doe ik het dus voor!’